Bereiding

Verwarm de oven op 160c. Kruid de ruggen met peper en zout. Bak deze even snel aan in een koekenpan op half heet vuur totdat ze een mooie bruine rug hebben. Verhit margarine in de ovenschotel (in de oven) en leg de konijnenruggen in de schaal.Giet er daarna een scheutje bier en bouillon bij en laat de ruggen garen in 15 à 20 minuten. Overgiet geregeld de ruggen met de jus. Haal de ruggen uit de oven wanneer ze gaar zijn. Bestrijk ze met mosterd, strooi er peterselie over en daarna nog wat broodkruim (of paneermeel). Smelt 100 gram boter en bedruip hiermee de ruggen. Plaats de ruggen dan onder de gril tot ze een mooi goudgeel kleurtje hebben. Maak ondertussen de saus klaar. Verwijder indien nodig het vet van de jus. Voeg de rest van het bier en eenzelfde hoeveelheid bouillon toe. Laat de saus tot 1/3 inkoken. Roer nog 1 eetlepel mosterd als ook de bieslooksnippers door de saus. Proef goed na en klop tot slot nog 1 eetlepel boter door.